Apeldoornse Moppen
Er gaan veel verhalen over het ontstaan van deze lokale Apeldoornse moppen. Volgens ingewijden is bakker Klein Leugenmors de uitvinder van dit lekkere koekje. Maar in een handgeschreven kookboekje van de heer G. Wester uit 1817 staat dit recept al vermeld, wat doet vermoeden dat dit Apeldoornse koekje al een stuk ouder is dan menigeen denkt.
De Nootzaak op de Hoofdstraat verkoopt deze lekkernij nog, die speciaal voor hen gemaakt wordt door ijsbereider Henry Huttinga van de Kei uit Ugchelen. IJsbereider? Ja, maar hij is ook een telg uit een roemruchte bakkersfamilie.
Ook Maassen verkoopt heden ten dage deze lekkernij maar die heeft er een hedendaagse twist aan gegeven.
Het 200 jaar oude recept van G. Wester:
Meng 2,5 N* bruine Surinaamsche suiker,
3,5 N Zeeuwsch meel,
1,5 N boter,
1,5 N ongepelde amandelen,
1 ons specerijen,
2 lood potasch met een weinig water en bak op goed
gesmeerde platen heet af.
* N = Nederlandse Pond; dat was vroeger ongeveer 1 kilo, tegenwoordig 500 gram.
Ingrediënten Apeldoornse Moppen voor 40 stuks
400 gram zeeuwse bloem
300 gram boter
200 gram rietsuiker
1 theelepel bakpoeder
10 gram koekkruiden
1 snufje zout
75 gram grof gehakte amandelen
Bereiding
Kneed alles tot een samenhangend deeg, en laat dit in je koelkast ongeveer 2 uurtjes rusten.
Maak er daarna een rol van van ongeveer 4 cm dik. Snijd dan dunne plakjes en leg die op je bakplaat met bakpapier. Bak ze ongeveer 30 minuten in een voorverwarmde oven op 170 graden.
Eet en snoep smakelijk.
Iedereen kan nu weer Apeldoornse Moppen bakken!