Tuinbonen zijn in juli en augustus weer In het seizoen, leuk om daar eens Falafel ‘ta’amiya’ van te maken. De exacte oorsprong van falafel is enigszins onduidelijk, maar het gerecht is diepgeworteld in de culinaire geschiedenis van het Midden-Oosten. Er zijn verschillende theorieën over waar en wanneer falafel voor het eerst werd gemaakt.
Een gangbare theorie is dat falafel zijn oorsprong vindt in Egypte, waar het oorspronkelijk werd gemaakt met tuinbonen (in plaats van kikkererwten) en bekend stond als ‘ta’amiya’. Sommige historici geloven dat falafel in Egypte is ontstaan tijdens de tijd van de farao’s, terwijl anderen denken dat het gerecht veel recenter is ontstaan, in de Koptische christelijke gemeenschap als een vleesvervanger tijdens de vastentijd.
Vanuit Egypte verspreidde falafel zich naar andere delen van het Midden-Oosten en werd ik verliefd op dit populaire straatvoedsel en het is een belangrijk onderdeel van de lokale keukens, zoals in Israël, Libanon, Palestina, Jordanië en Syrië. In deze landen wordt falafel meestal gemaakt met kikkererwten en wordt het geserveerd in vers gebakken pitabroodjes met verschillende groenten en sauzen.
Falafel is een heerlijk en voedzaam gerecht gemaakt van kikkererwten of tuinbonen, vaak geserveerd in een pitabroodje of als onderdeel van een salade. wij maken dit vaak als onderdeel van een ‘mezze platter’ uit het midden-oosten. Hierbij mijn recept voor 4 personen ongeveer 16-20 balletjes:
Ingrediënten Falafel ‘ta’amiya’ van tuinbonen:
- 2 kopjes gedopte tuinbonen
- 1 middelgrote ui, grof gehakt
- 2 teentjes knoflook, fijngehakt
- 1/2 bosje platte peterselie, grof gehakt
- 1/2 bosje koriander, grof gehakt
- 1/2 theelepel gemalen komijn
- 1/2 theelepel gemalen koriander
- 1/4 theelepel cayennepeper (optioneel)
- Zout naar smaak
- 1 theelepel bakpoeder
- 2-3 eetlepels bloem (of meer, indien nodig)
- Olie voor het frituren
Bereiding Falafel ‘ta’amiya’:
- Als je verse tuinbonen gebruikt, kook ze dan eerst tot ze zacht zijn. Vervolgens doe je de tuinbonen in een keukenmachine, samen met de ui, knoflook, peterselie, koriander, gemalen komijn, gemalen koriander, cayennepeper (indien gebruikt) en zout. Pureer tot een lekkere dikke pasta. Voeg het bakpoeder en de bloem toe en meng goed. Het mengsel moet voldoende dik zijn om in balletjes te vormen. Voeg indien nodig meer bloem toe. Blijf ondertussen ook proeven van je mengsel, dit gaat namelijk de smaak worden van je balletjes. Voeg eventueel kruiden of zout toe naar smaak.
- Vorm het mengsel tot kleine balletjes, vind je dit moeilijk maak dan schijfjes.
- Verhit de olie in een frituurpan of grote pan tot 180°C. Frituur de falafel in kleine porties tot ze goudbruin en krokant zijn. Laat ze uitlekken op keukenpapier.
Serveer de falafel warm, bijvoorbeeld in een pitabroodje met groenten en tahinisaus, of als onderdeel van een mezze-platter. Dit recept levert ongeveer 16-20 falafelballetjes op, afhankelijk van de grootte. Geniet ervan!